In Vallende mannen, de tweede dichtbundel van Coen Peppelenbos, toont de dichter zich weer een scherp observator van het dagelijkse leven.

Een foto in Leipzig, een skater op een parkeerterrein, een graf op een wierde, een oma als veleta-danseres; in het gewone zit de aanleiding voor een bijzonder gedicht. Peppelenbos is een dichter met een voorkeur voor verstaanbare verzen met een anekdotische inslag. Daarmee weet hij een breed publiek te boeien.

De valkunstenaar

(i.m. Bas Jan Ader)

Vallen is loslaten
het moment bepalen
dat je je overgeeft
aan zwaartekracht.

Ik ben te verdrietig
om je te vertellen
dat.

Vasthouden is de voorbode
van vallen. Vasthouden
is onzekerheid in de vingers.

De oceaan opvaren is
horizontaal vallen
je laat de onzekerheid
achter bij de mensen
die je uitzwaaien.

Je ziet mij huilen
je ziet mij vallen
je ziet mij vertrekken
dit laat je niet los.

Pers
‘Coen Peppelenbos bereikt in zijn gedichten een wonderbaarlijk evenwicht tussen ernst en vrolijkheid. Zwaarwichtig is hij niet, vrijblijvend evenmin.’
Eppie Dam in de Leeuwarder Courant

‘Peppelenbos (zet) een ferme stap voorwaarts, vooral in de zin dat hij de grote thema’s meer uitdiept.’
Joep van Ruiten in het Dagblad van het Noorden

‘de fijne tweede dichtbundel’
Elsbeth Etty in NRC Handelsblad

Vallende mannen

Coen Peppelenbos

Over de auteur(s)

Coen Peppelenbos

Meer van deze auteur(s)