Rik Andreae (Arnhem, 1950) publiceerde eerder de dichtbundels Toerist en Tegelijk groen en Omdat het vlamde. Een eenmalig uitstapje was de Groningstalige bundel Blootwuilders dij wie binnen.
Marijke Arijs (Antwerpen, 1961) is literair vertaalster, journaliste en Spanjegek.
Joke van Balen (1976) werkt als docent op de lerarenopleiding van de NHL Hogeschool. Daarnaast schreef ze mee aan het Praktijkboek voor Leraren en aan Wat zou jij doen? Leren van dilemma’s in de onderwijspraktijk.
Barbara de Beaufort (1958) werd geboren op Texel. Via de Betuwe, Kampen en Wassenaar streek ze weer in het noorden van het land neer. De Beaufort doorliep de kunstacademie en werd opgeleid tot pastoraal werker.
Hij begon als dichter, maar na twee bundels stapte Willem Bijsterbosch over op proza. Zijn novelles kregen lovende recensies. Nadat zijn zesde en laatste boek Van de wachters, een roman, in 1997 verscheen, raakte hij als schrijver vergeten.
Cees Bolle is geboren en getogen in Rotterdam. Daar heeft hij de Tweede Wereldoorlog ondergaan en vervolgens ook zijn middelbare-schoolopleiding gevolgd. Zijn studie volbracht hij aan de Universiteit van Amsterdam.
Nicolette Branderhorst (1975) werkt bij buitensportketen Bever. In het 2019 verbleef ze samen met Aaldrik Pot gedurende het broedseizoen als vogelwachter op het onbewoonde waddeneiland Rottumerplaat.
Dorien Cramer (Nieuwegein, 1990) groeide op in Arnhem, waar ze het Stedelijk Gymnasium doorliep. In Groningen studeerde ze Sociale Geografie gevolgd door de Master Culturele Geografie.
Roos Custers is redacteur (van onder meer Uitgeverij Passage en de Zeeuwse Slibreeks) en docent aan de Schrijversvakschool Groningen. Samen met Nick ter Wal schreef ze Literaire wandeling Groningen.
De Damesschrijfbrigade DORCAS bestaat uit Marianne Gossije, Margriet ter Steege, Marlite Halbertsma en Hanneke Dantuma.
Denise van Dalen (1991) is schrijver en journalist voor Elsevier Weekblad. Ze schrijft onder meer over kunst en cultuur en doceert literatuurgeschiedenis op de Volksuniversiteit Rotterdam.
Michelle van Dijk (Vlaardingen, 1981) groeide op in een gezin met vijf kinderen, mét de Evangelische Omroep en zonder popmuziek. Ze ging naar school in Rotterdam en ontdekte vanaf dat moment de rest van de wereld en de literatuur.
Trudy Dijkshoorn (Emmen, 1959). Naast medeorganisator van literaire festivaldagen had Trudy Dijkshoorn jarenlang een kleine uitgeverij voor poëzie en monumentenzorgboeken. Samen met andere dichters schreef ze de dichtbundels Het wordt nooit zomer en Kamelen met brede voeten.
Remco Ekkers (Bergen, 1941-2021) was dichter, essayist en poëziecriticus. Hij doceerde aan diverse instituten en publiceerde zijn werk in onder meer De Gids, Hollands Maandblad, Tirade, Het liegend konijn en De Revisor.
Henk van der Ent (1939) studeerde Nederlandse taal- en letterkunde, wijsbegeerte en spiritualiteit aan de Vrije Universiteit, en was leraar te Apeldoorn. Hij schrijft verhalend en beschouwend proza.
Karel Feenstra (Leeuwarden, 1976) schrijft sinds 2013 wekelijks een column in 80 woorden voor Tzum, en treedt daarnaast met enige regelmaat op. Hij woont en werkt in Den Haag.
Jan Glas (Uithuizen, 1958) is dichter/beeldend kunstenaar en zanger. Hij dicht in het Nederlands en in het Gronings. Hij is hoofdredacteur van het tijdschrift Krödde en redacteur van Webloug.
Fieke Gosselaar (1982) is een bekende stem in de Groninger literatuur. In haar columns is de taal springlevend en helemaal van deze tijd. Ze publiceerde regelmatig in het literaire tijdschrift Krödde en debuteerde met de dichtbundel Nova Zembla.
Hendrik Hoekstra (Oudega, 1983) werkt als regisseur bij een plattelandsgemeente. Manon Jensma (Leeuwarden, 1989) is docent Nederlands op een ROC. Ze zijn al meer dan 14 jaar bij elkaar en wonen samen in Katlijk met hun zoontje Wesse, het mooiste souvenir van hun reis.
Edwin Hofman (Milsbeek, 1970) schrijft voor het online magazine Written in Music over alternatieve muziek in de breedste zin van het woord. Naast albumrecensies en interviews publiceert hij ook artikelen over platenlabels en invloedrijke bands.
Peter ten Hoor is directeur uitgever van Uitgeverij kleine Uil en samensteller van De Groninger Blaarkop en Peize goed bekeken. Samen met Coen Peppelenbos verzorgt hij alle werkzaamheden voor Uitgeverij kleine Uil.
Geert Jonker (1969) is een directe nazaat van de moordslachtoffers en deed jarenlang onderzoek naar hetgeen zich aan het einde van de oorlog in de regio Oldekerk afspeelde.
Corrie Joosten (1950 -2018) was docent literatuur aan de NHL hogeschool, schrijfster van literatuurmethodes (Basisboek Literatuur en Metropool), samensteller van bloemlezingen(Zacht gezicht aan zacht gezicht en Hij zag een kameraad in je) en boerin.
Jaap Krol (1970) schrijft verhalen, columns en recensies in zowel het Fries als Nederlands voor het Friesch Dagblad, het cultureel opinieblad De Moanne, straatmagazine De Riepe en Tzum. Voor de Friestalige roman M/F ontving hij de Fedde Schurerpriis.
Arjen van Meijgaard (Den Haag, 1973) studeerde Nederlands en Frans. Hij zet zich op verschillende vlakken in voor de literatuur: als docent aan de School voor Jong Talent van het Koninklijk Conservatorium, als recensent voor o.a.
Robert Mulder is fotograaf, schrijvend journalist en auteur. Zijn voorkeur gaat uit naar thematische projecten waarin hij fotografie en schrijven combineert.
Iris Murdoch (1919-1999) werd geboren in Dublin en studeerde filosofie in Oxford. In 1954 publiceerde zij haar debuutroman Under the Net waarin de invloed van het Franse existentialisme nog duidelijk merkbaar is.
Erik Nieuwenhuis (1964) schreef een paar romans en columnbundels, waaronder Man van de Wereld (2012), Ben (2016) en Bloedend Hart (2016). Hij is docent Nederlands en redacteur van de stichting Leesbaar Laagland.
Ronald Ohlsen is schrijver, dichter en docent Nederlands aan de Rijksuniversiteit Groningen.
Caroline van Ommeren is schrijfster, reisfotograaf en reisleidster. Ruim twintig jaar lang begeleidt ze groepen de wereld rond, bij voorkeur door Azië en de laatste jaren vooral door Japan.
Alfred Oosterman (1966, Veendam) is fotograaf. Zijn studio staat in Peize, ook werkt hij op locatie. Onderweg van en naar zijn afspraken noteert hij in zwartwit beelden nauwgezet wat zich op straat afspeelt.
Elly van Pagée schrijft teksten voor cabaret en theater over maatschappelijke thema’s. In de theaterstukken over de oorlogsgeschiedenis van Roden, weet ze heden en verleden in tijden van polarisatie te verbinden.
Coen Peppelenbos (Raalte, 1964). Hij is hoofdredacteur van de literaire website Tzum. Voor de Leeuwarder Courant en het Dagblad van het Noorden schrijft hij recensies. Hij is docent literatuur bij de NHL Stenden en de Schrijversvakschool Groningen.
Aaldrik Pot (1973) werkt als natuuronderzoeker, schrijver en fotograaf in de Drents-Friese grensstreek. In de wijde omgeving van zijn woonplaats Norg volgt hij vogelsoorten als de raaf, de zwarte specht en roofvogels op de voet. Geluk is een vogel is zijn vijfde boek.
Alexander Reeuwijk (1975) is schrijver en reiziger, met een voorkeur voor Azië, natuurlijke historie en oude reisverhalen. In zijn boeken combineert hij persoonlijke observaties met verhalen van reizigers uit het recente en verre verleden.
Wiebren Rijkeboer (Terschelling, 1959) schrijft al meer dan twintig jaar voor verschillende muziektijdschriften over in vergetelheid geraakte muzikanten en bands. Hij publiceert in Heaven en Platenblad en op Altcountry.nl. Daarnaast is Wiebren Rijkeboer recensent voor Tzum.
Eric de Rooij (Hilversum, 1965) is schrijver, dichter en humanistisch geestelijk begeleider. Als romanschrijver debuteerde hij in 2020 met De wensvader. Voor Literair Nederland schrijft hij recensies en columns. Augustus is zijn tweede roman.
Joep van Ruiten (Roelofarendsveen, 1965) werkt als cultuurjournalist. Bij Dagblad van het Noorden draagt hij meerdere petten: chef boeken, hoofd beeldende kunst, recensent, interviewer, commentator, schrijver van stukjes en podcastmaker.
Marjolein Scherphuis (1964, Haarlemmermeer) schrijft korte verhalen en poëzie. Geboren in de Randstad werd ze op haar zesde naar Drenthe gekatapulteerd waar ze kennismaakte met een andere taal en nieuwe gebruiken.
Koen Schouwenburg (Assen, 1986) is criticus, essayist en docent bij de opleidingen Communicatie en Online Contentcreator aan NHL Stenden. In 2017 verscheen zijn boek Talend naar betekenis: het oeuvre van Connie Palmen.
Doeke Sijens (1955) schrijft verhalen en essays. Bij Uitgeverij kleine Uil verscheen de roman Blauw en de verhalenbundel Friese jongens. Met Coen Peppelenbos schreef hij de driedelige gay-soap Tavenier.
Nicolette Smabers (Den Haag, 1948) Studeerde Nederlandse taal- en letterkunde en filosofie aan de Universiteit van Amsterdam. Na haar studie werkte ze een aantal jaren als lerares Nederlands in Nijmegen. In 1984 vestigde zij zich in Limburg, sinds 2006 woont ze weer in Den Haag.
Rob Stoker (1957) was docent Nederlands op het Esdal College in Emmen. Hij is pianist en speelde in diverse bands.
Bart Temme (Hilaard) studeerde Nederlandse Taal & Cultuur in Groningen. Hij doceert Nederlandse letterkunde aan NHL Stenden in Leeuwarden en is redacteur bij Tzum.info.
Nanne Tepper (1962, Hoogezand), schreef in drie jaar tijd 36 columns voor de cultuurbijlage van Nieuwsblad van het Noorden, onder de titel ‘Van de kansel’.
Roel Thijssen (Soest, 1962) is schrijver van misdaadromans en journalist. Hij werd eerder voor een van zijn boeken genomineerd voor de Gouden Strop. De reis door Laos vormde inspiratie voor zijn laatste twee spionageromans Vorstelijk verraad en Schaduwkoning.
Dolf Verlinden (1960) kreeg zijn opleiding aan de Academie Minerva in Groningen. Zijn werk werd tentoongesteld in Nederland, België, Duitsland, de Oekraïne, Dubai en de Verenigde Staten.
Simon Vestdijk (1898-1971) was een zeer veelzijdig schrijver, die in zijn werk religie, seksualiteit en moraliteit verkende. Hij schreef 52 romans, waarvan Terug tot Ina Damman, De kellner en de levenden, De koperen tuin en Ierse nachten tot de bekendste behoren.
Sieger Vreeling (Buitenpost, 1987) is architectuurhistoricus en promoveerde op Geen stijl. Pleidooi voor een rijkere architectuurgeschiedenis (2019), waarin ook de universitaire laboratoria van Groningen werden onderzocht.
Nick ter Wal (1983) is publicist en antiquaar. Hij stelde De kunst is mijn slagveld samen, het brievenboek van Nanne Tepper. In 2017 won hij het Hendrik de Vriesstipendium, resulterend in De schrijfmachine, een portret van schrijver Ferdinand Langen.
Henk Wolf (Utrecht, 1973) werkt als taalkundedocent bij NHL Hogeschool in Leeuwarden en Groningen. Als ‘professor Henk’ presenteerde hij een serie taalprogramma’s op de Friese regionale televisie.
Lucas Zandberg (Langezwaag, 1977) is verbonden aan de Schrijversvakschool Groningen. Zijn romans hebben veelal een historische en biografische kern, maar hij heeft ook een satire op zijn naam staan.